1
Ademt het hart niet
in schoot van eenheidswerking
hijgend verslagen raad zoekend
in het vele vlugge steeds
ben je vlees gebleken
en waarheid weet dit bovenal.
◄║►
2
Vanwaar verbijsterd nog
door zinnen heen concluderend
vanwaar toch steeds de ruimte
voor woordspel lekkende verwikkeling
werkzaam bevragen zal nooit
zich het volle.
◄║►
3
De kop schreeuwt bekneld ik
heb te hoog gegrepen
ongezien sloegen mij wanden
van werkelijkheid tot zerk
onthoofd stuiter ik meewarig
op leegte’s bodem.
◄║►
4
De fonteinontkenner
zegt dat bloed ach stolt
is goud soms erts of reëlere borg
voor onverzekerbaar genezen
licht dat stil ons lijvig sproeit
geurt meer en meer naar nectar.
◄║►
5
Waar realiteit ons al
herleidt naar substantie
wil de dwerg daadkrachtig
zich nog benevelen
zwier bundeltje slierten
door leegte’s bochtenspel.
◄║►
6
Zuiver groot en open spoelt
krachtvertoon geruisloos
nood verhelpend ook komt
logger werkverkeer op gang
vroeg in de ochtend
zingen vogels luid en helder.
◄║►
7
De droom was creatief bordeel
meiden welgemoed en zorgzaam
hun zonnig plein begaanbaar
voor de veilig ontketende dolleman
die spoor na spoor bereid
bleek bekaf te volgen.
◄║►
8
Vleesvracht is het universum
ongebreideld mysterie
van trilling ontgrendelde
kracht doortrekt ons weefsel
op ieders fragiele netvlies
drijft luchtdicht een wereldschim.
◄║►
9
Denken verrijkt niet noch verarmt
wat werkt steevast
is heiligst doeltreffend
onze ademloze ontzetting
ten afscheid van wat dan ook
beschaamt.
◄║►
10
Karmavlies omhult deze als huid geboren
door lust geboeide sterveling
raakbaarder gloeit boeisel
in vormloos verteren
enigszins gerustgesteld begint
mijn gebeente zich te ontbinden.
◄║►