Levensgeheim

Deze grond absorbeert overbodigs
iedere korrel ademt goedheid
op wens van geheim

je belandt hier concentrisch
spiralend omlaag
uit niets dan driftig lijden

verbazend hoe weinig vraagt
aandacht of actie
waar levensvreugde regeert

deze reductie ten goede
aanvaarding ten volle
besteding ten nutte

lofprijst de totale mens
in eenvoud van aanpak en zicht
op context en bedoeling

hij neuriet zij danst
wij komen bijeen in steeds
wonderlijker weefsel

dat bewegingloos ademend
doortrilt kosmisch klankspel
van vurig, vochtig bevel.

Uit: Oersteen / Landerij.
Voor meer poëzie-audio, zie de podcast Vuurvocht

◄║►

Alomvattende aanpak

De alomvattende aanpak
vindt plaats in het kleinst
zich roerend atoom

dit is voldoende
visie voor juiste praktijk
van alomvattende aanpak.

Uit: Oersteen / Aangaan

◄║►

Wakend

Waar is eenieder ieder
leeft en werkt hartsgewijs

want gezorgd wordt alom
voor tijdloos bevoorraden

en routes verkennen
op bemoedigende zolen

wie behoed zo niet hoort
of pijnlijker nog ontwijkt

krijgt intiemer signaal
uit algoede wens

wervelend concentrisch
steeds krachtiger ontwaand

steeds minder belazerd
te zien de bijstere rijkdom

van ieders eeuwige
mens.

Uit: Oersteen / Landerij


◄║►

Existentieel lijden

Fragment van overleg tijdens het verdiepingsweekend van 3-5 dec. 2021 te Cortils (B.) waar het thema lijden werd onderzocht via o.a. psalm 88 (Roep om hulp) in onderstaande versie van Norman Fischer.

Het licht verschuift aan het beschot.
Ik worstel zwijgende met God.

(uit gedicht De Schrijver; Ida Gerhardt: Verzamelde gedichten I, p. 314)

ROEP OM HULP

Overdag roept mijn stem aan je einders
’s nachts kom ik naakt voor je staan
moge mijn gebed jou nu roeren
hoor hoe ik me tot je richt

mijn hart weegt zwaar van het lijden
één langgerekte dood is mijn bestaan
krachteloos als zij die aan het eind zijn
dool ik tussen de gestorvenen
als een lijk, vermoord, miskend, vergeten
in zijn bloei gekeeld door jouw hand

jij liet me zinken naar de bodem
in duistere sfeer, ten diepste bedrukkend
je ranselt me hier met je furie
beukt me met jouw vloed

al mijn vrienden joeg je heen
je deed hen stuiven als was ik vergif
nu ben ik gevangen, geknoopt, verkrampt

bijtend zuur kwelt mijn ogen
geen dag dat ik niet om je roep
uur na uur hef ik mijn handen naar jou

zul je wonderen voor de doden verrichten
zullen de overledenen opstaan en je danken
zullen zij hun mond openen, je goedheid beamen
kan men in dit duister jouw wonderen zien
kan men jouw liefde onthouden hier
in dit oord van eindeloos vergeten

nog luider roep ik daarom, doordringender
wijd ik mijn hart aan het ochtendgebed
waarom verwerp je mijn ziel
waarom verberg je je aangezicht

een leven lang al verteert me de tijd
voortdurend vrat kwelling aan mij
ik verdroeg je machtige gruwelen
maar radeloos maakt het mijn geest

het vuur van je woede raast over mijn lichaam
aldoor beproeven mij jouw verschrikkingen
dagelijks zwermen ze in en rondom me
omspoelen mij, zuigen me neerwaarts
zodat ik naar adem snak

alle gezelschap heb jij me ontnomen
het licht in de blik van geliefden en vrienden
is blijvend gedoofd.

Uit: Vertalingen / psalmodie

◄║►

Klunswaardig

Een goed woordje voor wonderlijkheid

Het meldt zich op vele manieren
in mijn morsig bestaan
uit tijdloze werking is de taal ervan
aanjager van hartsrust

elke omzwerving spiraalt retour
richting het opvangbekken waar
tweevoudig de kracht pulseert
van absorptie en begenadiging

je kunt hier maar beter leren
eerder ruimer grondiger nog leren
luchtledig je zinnen te bespelen
en je lijf ook sukkelaar

ja ik ben en wil worden een
vaardiger vertolker van deze zang
zijn gangen en wendingen speurend
zonder kleverig doel of komaf

onderricht mij deze finale kunst
je te nestelen in verre cellen
waar zelfs uitgewoonde vorsten
verzadigt hun diepste drijfveer

alleen zo zal schijn van menszijn
zich nalatig en mislukkend
blijvend gaan manifesteren als
onze meest wonderlijke aard.

Bron: reeks Barstens/Oersteen
Voor meer poëzie-audio, zie de podcast Vuurvocht

◄║►

Briefje

De dood is overvloed
ruimte om te dwarrelen
gedragen maar lichtjes
te landen op schouders die
lijden aan huidhars

ogen ontheemd en
handen versleten voor
aankomst al vallen stil
de voeten van vermoeid
starende pelgrims

drijf jouw hart door
bloedbanen van beleving
naar een enkele druppel
waarheid toe te dienen
waar verdwazing kleeft

wij doden ons zorgsgewijs
en onzeker elkaar belastend
door vreugdeloos te vergeten
hoe vitaal ons doorstroomt
oudste kloppendheid

laat de wereld van wrakhout
jou serveren een edeler vlot
zodat kanalen gaan vonken
diep en hoog van vurige volheid
cultuurdwang kalmerend

wie materie teelt ontmoet
destructie dus vier
jouw voorraad vorstengoud
voldoende om te bevruchten
je woeste bodembron.

Uit de reeks: oersteen/bebodemd
Opgenomen in de audio-serie Vuurvocht

◄║►

Oude kreek

Er is niemand die zich herinnert
hoe deze helderheid ontstond,
met zijn sprankelende zilverglans;

al dringt het maanlicht hierin door
en tekent de wind er zijn rimpelingen,
geen spoor van beide blijft bestaan.

Ik zou het niet wagen vandaag
het geheim te openbaren
van de stroombedding,

maar wat ik je vertellen kan
is dat de blauwe draak
daar ligt genesteld.

Gedicht van zenleraar Muso Soseki (1275-1351).
Uit de reeks: Vertalingen / Kluizenaars

◄║►