
Nieuwe sectie gepubliceerd: Vuurvocht,
een vijftigtal teksten met audio’s
(= menu-link “Luister”)
◄║►
Nieuwe sectie gepubliceerd: Vuurvocht,
een vijftigtal teksten met audio’s
(= menu-link “Luister”)
◄║►
De dood is overvloed
ruimte om te dwarrelen
gedragen maar lichtjes
te landen op schouders die
lijden aan huidhars
ogen ontheemd en
handen versleten voor
aankomst al vallen stil
de voeten van vermoeid
starende pelgrims
drijf jouw hart door
bloedbanen van beleving
naar een enkele druppel
waarheid toe te dienen
waar verdwazing kleeft
wij doden ons zorgsgewijs
en onzeker elkaar belastend
door vreugdeloos te vergeten
hoe vitaal ons doorstroomt
oudste kloppendheid
laat de wereld van wrakhout
jou serveren een edeler vlot
zodat kanalen gaan vonken
diep en hoog van vurige volheid
cultuurdwang kalmerend
wie materie teelt
ontmoet destructie dus
vier jouw voorraad vorstengoud
voldoende om te bevruchten
je woeste bodembron.
◄║►
Neem plaats in kleurrijk dienstverband
en koester niet langer klein contrast,
schenk juist dit hoogst ongrijpbaar bestaan
aan wat jij ten diepste verlangt
de ochtendpoort moge jou openen
een grenzeloos terrein, stralend
van vredig verbonden beleven
hoe elementaire goedheid heerst
welkom in herberg de Juwelenhaard
waar men wijsheid serveert en gemoedsrust:
hartige gerechten naar keuze
voor elke denkbaar grimmige tocht
het traject intussen dat achter je ligt
zal nauwelijks nog herkenbaar zijn,
we hebben onszelf als weefselwezens
nu eenmaal gebrekkig afgesteld
zelden maken vlokjes vlees
duurzaam connectie met innerlijkheid,
dus hoe betrouwbaar is hun zicht
op het nut van het vele profane
wakend berooft ons het vormenspel
van nuchtere greep op dwarrelende zinnen,
terwijl ‘s nachts venster na venster
zich opent en zie: je verdwijnt
hoe koerst men dan tussen licht en donker
naar de vanouds aanwezige oever
waar ook mijn leraar verzadigd
door oceanische adem thuiskwam
loslaten leert me de kracht waarderen
die aldoor pulseert en nergens op leunt;
toelaten schenkt ons de levende context
die nergens nog lekt of aanvult
voorheen weigerde ik vrienden zelfs
in mijn particuliere koestermoeras,
maar sinds ik graf en geboorte verliet
neemt Mara er steevast een kijkje
dan groeten we elkaar en glimlachen,
wetend van Boeddha’s sublieme gebaar;
soms geeft hij advies of hoor ik suggestie
en dan dank ik zo’n godheid van harte
want wie heeft méér baat bij ontwaken
dan dit ongeschoold haperschaap:
wie is er niet die mij intiemer nog leert
de synchrone taal van bedoeling
kom dus, neem plaats in je zetel,
dit is het verhaal van de grote kwestie
en van een reis die stilaan ons tovert
tot dansende berg van beleving.
◄║►
“Levensbevestigend,” zegt hij, als zou leven
wachten op onze goedkeuring. Het leven leeft
ons leven; mocht het willekeurig lijken dan
is dit omdat wij een doel vermoeden, liefst zeggen
het heeft er een, of een waarvan wij weet hebben.
Soms laat het ons onze gang gaan, verveelt het zich
met ons, in minachting. Andere keren
leek het ons te bekijken en zich tegen ons te keren
en lachend greep het ons beet, grondig
zich wrekend, als hadden wij onze fout bewust gemaakt.
Het wenst een dood en onderweg wacht het hem op
en volgt hem naar huis en maakt hem daar af in de hal.
Of spreekt zoetjes en, bij een drankje aan de bar,
laat het wellicht gemis en eenzaamheid vallen
waardoor het binnenkomt en blijft vijftig jaar lang
of twintig of probeert een andere plek, (hetzelfde geval)
waar het sterft tenslotte in doodsnood en ellende
of (ironie) in welbevinden, bedaard
– wat men noemt “de goede dood.” Weten wij veel?
Het leven vraagt ons niet om zijn waarden.
◄║►
Oversteken is vredig
je laten dragen
dit vlot is werk
van boeddha’s hand
dharmawind zuivert
het ademterras
waar woelige avonden
eindigen in gezang
hartsgenoot
van mens of dier
viert vrijelijk eenieder
belichaming hier.
◄║►
In werelden om niets
edelers ontstaan
dan vermeende honger
en mislukkend houvast
komt waan te gast
zodra ik regeert en dicteert
leren wij des te
degelijker waarderen
van elk mens
zich vervulling
gunnend
de ontworsteling.
◄║►
Tussen de dubbele waan
van zelfbedrog en onmacht
ontspringt gods glimlach
vrijmoedig in elk mensenhart
het doet goed
als dolgunnend gezelschap
ons vreugdevol stuurt
op steeds doellozer pad
van alle voedsel onderweg
is er geen krachtiger hap
dan hartverwarmend notiesap
uit vorstelijk vertrouwen
zo zijn we doodnormaal
gestart en stilletjes voorzien
achterwaarts voorgoed voltooiend
deze dysfunctionele thuiskomst
nog vóór de gids is uitgesproken
luistert niemand meer
naar wat profetisch
achterhaald de ruimte vult
ook zonder bemoedigende tongen
zijn wij al intiemer mens
want overal bespoeld ontwaakt
en opent zich ons magisch weefsel
naadloos groot of klein
dit allerwonderlijkst verfijnen
vindt plaats vóór willekeur
van droom en vleesverwerking
wat echt is drijft niet weg
maar wordt gedragen
in de oude heilige stroom
van liefdevol ontgrenzen
die jou blakende levenskern
donders goed doet voelen
hoe diepst bedoeld
wij vrij zijn.
◄║►